TERUG naar Overzicht van Vc 2000 en Vc 2013
In onderstaande tabel staat in de linker kolom de tekst van de bepaling zoals die momenteel luidt in Vc 2013.
In de rechter kolom staat de oorspronkelijke tekst zoals die (in verschillende bepalingen) in de Vc 2000 voorkwam.
Vc 2013

Vc 2013 - A2 / 8. Bevoegdheden ten aanzien van reis- en verblijfsdocumenten

De ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen mag in alle volgende bewijsmiddelen geen aantekeningen maken:

  • in een geldig document voor grensoverschrijding of in een identiteitsbewijs van een vreemdeling die een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft ingediend;

  • in bewijsmiddelen die afgegeven zijn door een regering of staat die niet door Nederland is erkend;

  • in een geldig document voor grensoverschrijding en op een verblijfsdocument van vreemdelingen anders dan door wet- en regelgeving is voorgeschreven.

  • De ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen moet in ieder geval aantekeningen in het geldig document voor grensoverschrijding van een vreemdeling doorhalen ingeval:

  • daarin is aangetekend dat zijn vertrek op grond van artikel 64 Vw is opgeschort en de grond voor die opschorting is komen te vervallen;

  • het bezwaar- of beroepschrift of een beroep door de rechtbank (kennelijk) ongegrond is verklaard en in het geldig document voor grensoverschrijding van de vreemdeling een aantekening over de indiening van dat bezwaar- of beroepschrift of instelling van dat beroep is gesteld.

  • Als de sticker of de aantekeningen niet in een geldig document voor grensoverschrijding zijn aangebracht maar op een afzonderlijk inlegblad zijn aangebracht, dan moet de ambtenaar belast met grensbewaking het inlegvel van de vreemdeling innemen.

    De ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen heeft het recht om een geldig document voor grensoverschrijding of een identiteitspapier van een persoon in ieder geval in de volgende situaties in te nemen:

  • het in bewaring nemen van het bewijsmiddel is tijdelijk nodig voor het verkrijgen van de gegevens, bedoeld in Afdeling 5.2 van de Awb:

    -

    als een persoon niet de vereiste medewerking aan het verkrijgen van de gevraagde gegevens verleent;

    -

    als de ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen in het bewijsmiddel een aantekening moet maken over het vertrek of de ongewenstverklaring van de vreemdeling en de vreemdeling weigert het document voor dat doel te overhandigen aan de ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen;

  • bij een controle blijkt niet onmiddellijk dat de vreemdeling in Nederland mag verblijven, maar de gelegenheid ontbreekt, of het is niet gewenst, om de vreemdeling over te brengen naar een plaats voor verhoor. De ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen heeft dan het recht om het bewijsmiddel van de vreemdeling tijdelijk in bewaring nemen. De ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen moet de vreemdeling bij het innemen van het bewijsmiddel meedelen dat de vreemdeling voor informatie over de inbewaringneming van het bewijsmiddel en het eventueel terugverkrijgen van het bewijsmiddel zich moet wenden tot de ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen;

  • de vreemdeling is in bewaring gesteld of ondergaat een vrijheidsstraf. Als de vreemdeling uitgezet wordt, moet de ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen de bewijsmiddelen overhandigen aan de vreemdeling of aan de KMar als vreemdeling aan de buitenlandse autoriteiten wordt overgegeven;

  • het in bewaring nemen van het bewijsmiddel is nodig met het oog op de uitzetting of de overgave aan de buitenlandse grensautoriteiten van de vreemdeling.

  • Als de ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen op grond van artikel 52, eerste lid Vw, het geldige document voor grensoverschrijding of een identiteitspapier van een persoon inneemt, moet de ambtenaar belast met grensbewaking alle volgende handelingen verrichten:

  • aan de persoon een ontvangstbewijs verstrekken door gebruik te maken van model M101;

  • aan de persoon een informatiefolder verstrekken over het tijdelijk in bewaring nemen van geldige bewijsmiddelen voor grensoverschrijding of andere bewijsmiddelen door de KMar of de politie.

  • Als de redenen van de tijdelijke inbewaringneming van het bewijsmiddel komen te vervallen, moet de ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen het bewijsmiddel zo spoedig mogelijk aan de vreemdeling teruggeven.

    Vc 2000
    A3/5.2.1Algemeen
    A3/5.2.4 Doorhaling of vervallenverklaring van aantekeningen
    A3/5.3.2 Gevallen waarin tijdelijke bewaring geoorloofd is

    top

    Vc 2000 Deel A - 3 / 5.2.1. Algemeen

    In andere delen van deze circulaire wordt - voorzover het de daarin behandelde onderwerpen betreft - eveneens aandacht besteed aan voorschriften op het gebied van het stellen of doorhalen van aantekeningen in documenten voor grensoverschrijding van vreemdelingen.

    In deze paragraaf worden de terzake geldende voorschriften die van meer algemene aard zijn behandeld.

    Als algemene richtlijnen gelden:

    -

    aantekeningen mogen nimmer worden geplaatst in de grensoverschrijdingsdocumenten of identiteitsbewijzen van asielzoekers;

    -

    aantekeningen mogen nimmer worden gesteld in documenten afgegeven door een niet door Nederland erkende regering of staat;

    -

    er mogen geen andere aantekeningen in de grensoverschrijdingsdocumenten en op verblijfsdocumenten van vreemdelingen worden gesteld dan die welke krachtens wet- en regelgeving zijn voorgeschreven;

    -

    de aantekeningen behoren in de regel door afstempeling te worden gewaarmerkt en door (of namens) de Korpschef of de Commandant der KMar te worden ondertekend;

    -

    in de regel worden de aantekeningen gesteld in het document voor grensoverschrijding van de vreemdeling dan wel op het verblijfsdocument waarover hij ingevolge artikel 4.21 Vb moet beschikken; in een aantal gevallen echter moet de aantekening worden gesteld op een aan de vreemdeling te verstrekken afzonderlijk inlegblad;

    -

    aantekeningen omtrent verwijdering mogen slechts in beperkte mate en op bepaalde gronden worden gesteld (zie A4/4.4).

    top

    Vc 2000 Deel A - 3 / 5.2.4. Doorhaling of vervallenverklaring van aantekeningen

    Elke doorhaling of vervallenverklaring van een in het reis- en identiteitspapieren van een vreemdeling gestelde aantekening dient te worden gedateerd en van een paraaf te worden voorzien (zie artikel 4.29, lid 2, Vb).

    De vervallenverklaring is voorgeschreven in de gevallen waarin overeenkomstig artikel 4.30 of 4.31 Vb gebruik is gemaakt van een in het grensoverschrijdingsdocument van de vreemdeling aangebrachte sticker voor verblijfsaantekeningen (zie bijlagen 7g, 7h en 7i VV).

    Het doorhalen van een in het grensoverschrijdingsdocument van een vreemdeling gestelde aantekening moet geschieden:

    -

    indien daarin was aangetekend dat zijn vertrek op grond van het bepaalde in artikel 64 Vw werd opgeschort en de grond voor de opschorting van de verwijdering is komen te vervallen (zie A4/7);

    -

    indien niet inwilligend is beslist op een bezwaar- of beroepschrift of een beroep op de rechtbank is verworpen en in het grensoverschrijdingsdocument van de vreemdeling een aantekening omtrent de indiening van dat bezwaar- of beroepschrift of instelling van dat beroep was gesteld.

    Werd de sticker aangebracht of de aantekening gesteld op een afzonderlijk inlegblad, dan moet dit in de in deze paragraaf bedoelde gevallen worden ingehouden.

    top

    Vc 2000 Deel A - 3 / 5.3.2. Gevallen waarin tijdelijke bewaring geoorloofd is

    In bepaalde gevallen zijn de ambtenaren belast met het toezicht op vreemdelingen bevoegd het grensoverschrijdingsdocument of het verblijfsdocument van een persoon in bewaring te nemen. Bij inname van het grensoverschrijdingsdocument of het verblijfsdocument dient aan de vreemdeling een ontvangstbewijs te worden verstrekt (zie model M101) alsmede een informatiefolder te worden overhandigd.

    Het in bewaring nemen van het grensoverschrijdingsdocument of het verblijfsdocument kan op grond van artikel 4.23 Vb in de onderstaande gevallen plaatsvinden:

  • het in bewaring nemen van het document is tijdelijk nodig voor het verkrijgen van de gegevens, bedoeld in Afdeling 5.2 van de Awb, met name artikel 5:17 (zie A3/7.3.8).

    Voor het toepassen van deze maatregel bestaat aanleiding indien een vreemdeling niet de vereiste medewerking aan het verkrijgen van de gevraagde gegevens verleent, met name indien hij weigert het paspoort, of ander identiteitspapier dat hij in zijn bezit heeft, daartoe aan de controlerende ambtenaar te overhandigen.

    Voorts kan een grensoverschrijdingsdocument tijdelijk in bewaring worden genomen als in het document een aantekening moet worden gesteld omtrent verwijdering of ongewenstverklaring en de vreemdeling weigert het document voor dat doel te overhandigen;

  • bij een controle blijkt niet aanstonds dat het de vreemdeling is toegestaan in Nederland te verblijven, terwijl de gelegenheid ontbreekt, of het is - gelet op de omstandigheden - minder gewenst, hem met toepassing van artikel 50, derde lid, Vw naar een plaats, bestemd voor verhoor, over te brengen (zie A3/3.5).

    De controlerende ambtenaar kan het identiteitbewijs van de vreemdeling dan tijdelijk in bewaring nemen en hem mededelen, dat hij zich voor het verstrekken van nadere gegevens terzake en voor het eventueel terugverkrijgen van het document bij de ambtenaar belast met de grensbewaking of met het toezicht op vreemdelingen moet vervoegen (zie artikel 4.23, eerste lid, aanhef en onder b, Vb);

  • de vreemdeling is rechtens zijn vrijheid ontnomen hetzij met het oog op een tegen hem ingestelde strafvervolging, of wegens het ondergaan van een vrijheidsstraf, hetzij met toepassing van artikel 59 Vw (zie artikel 4.23, eerste lid, aanhef en onder c, Vb);

  • voor zover dat nodig is met het oog op de uitzetting of de overgave aan de buitenlandse grensautoriteiten van de vreemdeling (zie artikel 4.23, eerste lid, aanhef en onder d, Vb).

    Indien de redenen aan de tijdelijke inbewaringneming van een document ontvallen wordt het zo spoedig mogelijk aan de vreemdeling geretourneerd. In het geval van een inbewaring gestelde uit te zetten vreemdeling dient de begeleidende ambtenaar de desbetreffende documenten bij het verlaten van Nederland te overhandigen aan de vreemdeling zelf of aan een ambtenaar van de KMar door wiens tussenkomst de vreemdeling aan de buitenlandse autoriteiten wordt overgegeven.

    top
    top
    top
    top
    top