In de volgende gevallen vindt in ieder geval geen uitzetting van vreemdelingen plaats ondanks het feit dat de vertrekplicht van kracht is:
als door een buitenlandse autoriteit de opsporing (en aanhouding ter fine van uitlevering) van een vreemdeling is of wordt gevraagd; |
als een vreemdeling tenminste aan een van de volgende voorwaarden voldoet:
- | de vreemdeling is als verdachte van een strafbaar feit aangehouden en het strafonderzoek is niet door het OM beëindigd; |
- | de vreemdeling heeft een strafvervolging wegens een misdrijf lopen en op de strafvervolging is niet onherroepelijk beslist; |
- | de vreemdeling is tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf veroordeeld en de opgelegde straf of strafrechtelijke maatregel is niet ondergaan; |
- | aan de vreemdeling is een vrijheidsontnemende maatregel opgelegd en de vrijheidsontnemende maatregel is niet ondergaan. |
|
In deze situaties mag wel tot uitzetting worden overgegaan als het OM daarmee akkoord gaat;
als de vreemdeling een verzoek om een voorlopige voorziening heeft ingediend tegen de voorgenomen uitzetting en de uitspraak op de voorlopige voorziening in Nederland mag worden afgewacht. |