topVc 2000 Deel A - 5 / 5. Duur van het inreisverbod
Op grond van artikel 66a, vierde lid, Vw, bedraagt de duur van een inreisverbod niet langer dan vijf jaren, tenzij het inreisverbod is gegeven op grond dat de vreemdeling naar het oordeel van de Minister voor Immigratie, Integratie en Asiel een ernstige bedreiging vormt van de openbare orde, openbare veiligheid of nationale veiligheid.
Om te voldoen aan de verplichting die is neergelegd in de Terugkeerrichtlijn om de duur te bepalen volgens alle relevante omstandigheden van het individuele geval, is in artikel 6.5a Vb opgenomen dat de duur niet meer mag bedragen dan de daar vermelde maximumduur. De maximum duur is afhankelijk is van de reden waarom het inreisverbod wordt opgelegd.
De maximale duur van het inreisverbod is afhankelijk van het bepaalde in artikel 6.5a Vb. In dit artikel is reeds verdisconteerd de ernst van de aanleiding om tot het opleggen van een inreisverbod over te gaan. Om die reden wordt, behoudens door de vreemdeling aangevoerde en nader onderbouwde bijzondere individuele omstandigheden, de maximale duur opgelegd zoals die in de verschillende onderdelen van artikel 6.5a Vb staan genoemd.
Met de vrijheidsstraf zoals bedoeld in artikel 6.5a Vb, wordt een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf bedoeld. Bij het bepalen van de duur van het inreisverbod worden de verschillende vrijheidsstraffen bij elkaar opgeteld.
Volgens artikel 6.5a, vierde lid, onder c, Vb bedraagt de duur van het inreisverbod ten hoogte vijf jaren indien het een vreemdeling betreft die reeds het onderwerp is geweest van meer dan één terugkeerbesluit. Van deze mogelijkheid wordt pas bij het uitvaardigen van een derde terugkeerbesluit gebruik gemaakt.
Volgens artikel 6.5a, lid 4, aanhef en onder d, Vb bedraagt de duur van het inreisverbod ten hoogste vijf jaren indien de vreemdeling zich op het grondgebied van Nederland heeft begeven terwijl een inreisverbod van kracht was. Dit houdt in dat, indien een vreemdeling Nederland en daarmee de EU (met uitzondering van VK en Ierland), EER en Zwitserland niet heeft verlaten, en zich dus in weerwil van het inreisverbod op het grondgebied bevindt, de duur van het inreisverbod wordt verhoogd naar vijf jaren. Ook betekent dit dat indien een vreemdeling Nederland en daarmee de EU (met uitzondering van VK en Ierland), EER en Zwitserland wél heeft verlaten, maar zich vervolgens wederom op het grondgebied bevindt terwijl een inreisverbod van kracht is, de duur van het inreisverbod tevens wordt verhoogd naar vijf jaren.
|