TERUG naar Overzicht van Vc 2000 en Vc 2013
In onderstaande tabel staat in de linker kolom de tekst van de bepaling zoals die momenteel luidt in Vc 2013.
In de rechter kolom staat de oorspronkelijke tekst zoals die (in verschillende bepalingen) in de Vc 2000 voorkwam.
Vc 2013

Vc 2013 - A4 / 3.8. EU-/EER-onderdanen, zwitserse onderdanen en familieleden

Voor de ongewenstverklaring van:

  • Onderdanen van de EU;

  • Onderdanen van Zwitserland;

  • Onderdanen van de EER;

  • Familieleden van onderdanen van de EU/EER en Zwitserland; of

  • Turkse werknemers en hun gezinsleden die een verblijfsrecht ontlenen aan Besluit 1/80,

  • gelden aanvullende beleidsregels.

    In aanvulling op artikel 67 Vw, artikel 8.18, onder b, Vb en artikel 8.22 Vb gaat de IND over tot ongewenstverklaring van de vreemdeling als bedoeld in deze paragraaf van wie het verblijf is ontzegd of beëindigt op grond van de openbare orde en openbare veiligheid als bedoeld in hoofdstuk B10/7 Vc.

    In aanvulling op artikel 8.22, Vb geldt bij de beoordeling door de IND van de aanvraag tot opheffing van de ongewenstverklaring als deugdelijk bewijsmiddel:

  • een overzicht van de plaatsen waar de vreemdeling sinds zijn ongewenstverklaring heeft verbleven, voorzien van bewijsstukken;

  • een kopie van de documenten voor grensoverschrijding die de vreemdeling sinds zijn ongewenstverklaring heeft gehouden;

  • gegevens en bescheiden ten bewijze van het feit dat er een wijziging in materiële zin is opgetreden in de omstandigheden die het besluit rechtvaardigden om jegens de vreemdeling een verwijderingsmaatregel uit te vaardigen en;

  • Een schriftelijke verklaring van de vreemdeling en van de terzake bevoegde autoriteiten van het land of de landen waar de vreemdeling sinds zijn ongewenstverklaring heeft verbleven waaruit blijkt dat hij zich in die periode niet schuldig heeft gemaakt aan misdrijven en dat hij niet aan strafvervolging onderworpen is.

  • Vc 2000
    A5/10Ongewenstverklaring

    top

    Vc 2000 Deel A - 5 / 10. Ongewenstverklaring

    Onderstaande paragraaf is van toepassing op die vreemdelingen, aan wie op grond van de Wet geen inreisverbod kan worden uitgevaardigd.

    top
    top
    top
    top
    top
    top
    top