Vc 2013
Vc 2013 Deel C - 1/ 1. Inleiding
In dit hoofdstuk zijn beleidsregels opgenomen in:
paragraaf 1 die een aanvulling zijn op of een uitwerking zijn van artikelen 36 en 37 Vw en van de artikelen 3.109 tot en met 3.115 Vb en 3.118 Vb;
paragraaf 2 die een aanvulling zijn op of een uitwerking zijn van de artikelen 29 en 30 Vw.
Vertrouwelijkheid van de informatie
De IND behandelt de informatie die de vreemdeling verstrekt op grond van artikel 3.111 lid 1 Vb en
3.45 VV, strikt vertrouwelijk met inachtneming van de Wbp en de privacyreglementen voor de geautomatiseerde informatiesystemen, waarin de vreemdeling is geregistreerd. De IND verstrekt geen informatie over de vreemdeling aan derden, anders dan op grond van wettelijke verplichtingen of met de uitdrukkelijke toestemming van de vreemdeling.
De IND verzoekt de vreemdeling toestemming om het dossier van de vreemdeling door te zenden naar de Officier van Justitie, in ieder geval als:
de vreemdeling vanuit eigen ondervinding en eigen waarneming kan getuigen over in het land van herkomst begane oorlogsmisdrijven of misdrijven tegen de menselijkheid en de verklaringen van de vreemdeling hierover geloofwaardig zijn;
er aanwijzingen zijn dat de potentiële verdachte zich in Nederland bevindt;
in het land van herkomst van de getuige sprake is van een (burger)oorlogssituatie; en
er sprake is van strafbare feiten door derden.
Geen aantekeningen
De ambtenaar belast met het toezicht op vreemdelingen maakt op grond van artikel 4.29 Vb geen aantekeningen in het reis -en identiteitspapier van een vreemdeling over de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd van de vreemdeling. Dit geldt in ieder geval voor de vreemdeling:
van wie de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd door de IND is afgewezen; of
die zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd heeft ingetrokken.
De ambtenaar belast met het toezicht op vreemdelingen mag een aantekening maken in het reis -en identiteitspapier van een vreemdeling over de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, als de vreemdeling geen asielprocedure meer doorloopt, en zich ten minste één van de volgende situaties voordoet:
de vreemdeling heeft Nederland verlaten en is nadien naar Nederland teruggekeerd;
de vreemdeling heeft een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd.
|