Vc 2013
Vc 2013 Deel C - 2/ 4.1 Artikel 29 eerste lid, aanhef en onder c Vw, in redelijkheid kan terugkeer niet worden verlangd
De IND verleent uitsluitend in de volgende gevallen een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder c, Vw indien: Traumatabeleid Het traumatabeleid is alleen van toepassing op aanvragen voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Het traumatabeleid biedt bescherming aan de vreemdeling die geconfronteerd is met een gebeurtenis waarvan de IND aanneemt dat die door de vreemdeling als traumatiserend wordt ervaren, terwijl als gevolg van de situatie in het land van herkomst kan worden aangenomen dat daders van deze mensenrechtenschendingen in het land van herkomst ongestraft blijven. In dat geval kan van de vreemdeling niet verlangd worden, dat de vreemdeling terugkeert naar het land van herkomst. De grondslag van het traumatabeleid is niet het (al dan niet medisch aangetoonde) trauma van de vreemdeling, maar de traumatische gebeurtenis in relatie tot de feitelijke situatie in het land van herkomst. Het betreft zowel traumatische ervaringen die zijn veroorzaakt door:Voor de definitie van marteling wordt verwezen naar artikel 1 van het Anti-folterverdrag. De IND verstaat onder ernstige mishandeling het opzettelijk toebrengen van pijn en leed dat zwaar lichamelijk of geestelijk letsel tot gevolg heeft. De IND beoordeelt de verklaringen van de vreemdeling op de gebruikelijke wijze ten aanzien van de geloofwaardigheid en aannemelijkheid (zie paragraaf C1/3 Vc). De IND houdt voor de beoordeling van de consistentie van de verklaringen rekening met de geestelijke gesteldheid van de vreemdeling. De IND volgt de vreemdeling in zijn verklaringen, die niet volledig consistent zijn, als: De IND verleent de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29 eerste lid, aanhef en onder c, Vw, op grond van het traumatabeleid, aan de vreemdeling, die voldoet aan alle volgende voorwaarden: De IND onderzoekt of plegers van traumatische gebeurtenissen in het algemeen worden bestraft in het land van herkomst. Onder meer uit het bestaan van een doeltreffend systeem voor de opsporing, gerechtelijke vervolging en bestraffing kan blijken of plegers van traumatische gebeurtenissen in het algemeen worden bestraft. De IND verleent de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29 eerste lid, aanhef en onder c ook, als wordt voldaan aan alle volgende voorwaarden: De omstandigheid dat een vreemdeling een medische verklaring over zijn trauma heeft overgelegd leidt niet tot verlening door de IND van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29 eerste lid, aanhef en onder c, Vw. De vreemdeling moet zelf aannemelijk maken dat sprake is geweest van een traumatische gebeurtenis en dat die traumatische gebeurtenis de reden is geweest voor het vertrek uit het land van herkomst. De bewijslast hiervoor berust bij de vreemdeling. Het causale verband tussen traumatische gebeurtenis en de reden van vertrek wordt aangenomen, als de vreemdeling binnen zes maanden na de traumatische gebeurtenis het land van herkomst heeft verlaten. De IND verleent geen verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29 eerste lid, aanhef en onder c, Vw, op grond van het traumatabeleid aan de vreemdeling die na een termijn van meer dan zes maanden na de traumatische gebeurtenis het land van herkomst heeft verlaten. De IND neemt dan aan dat de vreemdeling zich in het land van herkomst heeft kunnen handhaven en dat de traumatische gebeurtenis daarom niet in de weg staat aan terugkeer naar het land van herkomst. Uitzondering hierop is de situatie dat de vreemdeling aannemelijk heeft gemaakt dat de vreemdeling het land van herkomst buiten zijn schuld niet in staat is geweest om binnen de termijn van zes maanden te verlaten en er een verband is tussen de traumatische gebeurtenis en het vertrek uit het land van herkomst. De IND verleent geen verblijfsvergunning voor bepaalde tijd op grond van artikel 29 eerste lid, aanhef en onder c, Vw, op grond van het traumatabeleid, als in ieder geval de volgende situaties zich voordoen:De voorwaarden met betrekking tot het traumatabeleid zijn van overeenkomstige toepassing als de vreemdeling meer dan zes maanden na zijn vertrek uit het land van herkomst in een derde land heeft verbleven. De vreemdeling moet in dat geval aannemelijk maken dat de vreemdeling zich in het derde land niet kon handhaven. De IND toetst niet of wedertoelating van de vreemdeling tot het derde land mogelijk is. Als terugkeer naar het derde land niet mogelijk is dan zal terugkeer van de vreemdeling naar het land van herkomst moeten plaatsvinden. De IND verleent geen verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29 eerste lid, aanhef en onder c Vw, als sprake is van een vestigingsalternatief voor de vreemdeling (zie paragraaf C2/6.1 Vc). Artikel 3.37c VV is van overeenkomstige toepassing. De IND werpt het vestigingsalternatief ook tegen als de pleger van de traumatische gebeurtenissen in andere delen van het land geen macht uitoefent en de centrale overheid bescherming kan bieden. De IND past het vestigingsalternatief niet toe en verleent een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29 eerste lid, aanhef en onder c, Vw, als: De vereisten van paragraaf C2/6.1 onder a, b en c, Vc (‘beschermingsalternatief’)zijn van overeenkomstige toepassing. De IND verleent geen verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29 eerste lid, aanhef en onder c, Vw indien sprake is van: Bijzondere individuele klemmende redenen van humanitaire aard De IND verleent een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29 eerste lid, aanhef en onder c, Vw aan de vreemdeling, van wie de terugkeer naar het land van herkomst niet wordt verland vanwege bijzondere individuele klemmende redenen van humanitaire aard, als aan alle volgende voorwaarden wordt voldaan: De IND verleent geen verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29 eerste lid, aanhef en onder c, Vw in ieder geval in de volgende situaties, als de klemmende redenen van humanitaire aard: De IND beoordeelt deze voorwaarden in onderlinge samenhang. De omstandigheid dat de de vreemdeling geen banden heeft met het verblijfsalternatief of er nooit heeft verbleven vormt geen reden voor de IND om de vreemdeling een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29 eerste lid, aanhef en onder c, Vw te verlenen. De IND beoordeelt of de vreemdeling in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29 eerste lid, aanhef en onder c, Vw wegens individuele klemmende redenen van humanitaire aard, nadat de IND heeft vastgesteld dat de vreemdeling in ieder geval niet in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van: Specifieke groepen, in het landgebonden beleid aangewezen De Minister kan in het beleid een specifieke groep aanwijzen die om andere redenen dan op grond van het traumatabeleid in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, op grond van artikel 29 eerste lid, aanhef en onder c, Vw. Verwezen wordt naar het landgebonden beleid, waarin het beleid per land is uitgewerkt.
|
Vc 2000
|