Vc 2013
Vc 2013 Deel C - 2/ 8.4 De grond voor verlening is komen te vervallen
Als de IND vaststelt dat de grond voor verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd is komen te vervallen onderzoekt de IND in ieder geval: Als tenminste één van deze omstandigheden zich voordoet, trekt de IND de verblijfsvergunning niet in. Als de IND een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd intrekt op grond van artikel 32, eerste lid, onder c Vw, wordt de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd ingetrokken met terugwerkende kracht tot aan het moment dat de grond voor verlening is komen te vervallen. Wijziging in de algemene situatie in het land van herkomst De IND geeft in het landgebonden asielbeleid aan of een wijziging in de algemene situatie in (een deel van) een bepaald land een voldoende ingrijpend en niet-voorbijgaand karakter heeft zoals bedoeld in artikel 3.37 e VV. Vrijwillige terugkeer naar het land van herkomst Het enkele feit dat een vreemdeling die in het bezit is van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a, b, c of d, Vw vrijwillig is teruggekeerd naar het land van herkomst is niet voldoende voor de IND om de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in te trekken of niet te verlengen. Als de IND vaststelt dat een vreemdeling die in het bezit is van een verblijfsvergunning asiel op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a, b, c of d, Vw uit vrije wil is teruggekeerd naar zijn land van herkomst, nodigt de IND de vreemdeling uit om tijdens een gehoor uitleg te geven over de reden, bestemming, duur en verloop van zijn reis. Het is aan de vreemdeling om aannemelijk te maken dat hij ondanks zijn terugkeer naar het land van herkomst nog steeds in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning asiel. Verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a, VwDe IND trekt de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, verleend op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a Vw, in onder toepassing van artikel 1C Vluchtelingenverdrag, indien een vreemdeling een paspoort van zijn land van herkomst aanvraagt en verkrijgt. De IND trekt de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, verleend op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder a Vw, niet in, indien de vreemdeling met bewijsmiddelen onderbouwt dat artikel 1C Vluchtelingenverdrag niet van toepassing is. Verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder c, Vw De IND concludeert niet dat de grond voor verlening is komen te vervallen enkel vanwege het feit dat de daders van de als traumatiserend aangemerkte gebeurtenis die aan de verlening van de verblijfsgunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder c, Vw ten grondslag lag, zijn bestraft. Als de IND constateert dat in het land van herkomst een doeltreffend systeem voor opsporing, vervolging en bestraffing van daders van als traumatiserend aangemerkte gebeurtenissen aanwezig is, kan dit aanleiding geven voor de conclusie dat de grond voor verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd verleend op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder c Vw, is komen te vervallen. Verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder d, Vw Als de IND een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd verleend op grond van artikel 29, eerste lid, aanhef en onder d Vw intrekt op grond van artikel 32, eerste lid, onder c Vw, wordt de verblijfsvergunning ingetrokken met terugwerkende kracht tot aan de ingangsdatum van het wijzigingsbesluit waarmee het categoriaal beschermingsbeleid is beëindigd.
|
Vc 2000
|