Vc 2013
Vc 2013 Deel C - 5/ 2. Procedurele regels verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd
De vreemdeling kan niet eerder dan vier weken voordat de geldigheidsduur van zijn verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afloopt een aanvraag tot een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd indienen.
De vreemdeling moet de aanvraag tot een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd indienen voor de geldigheidsduur van zijn verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd afloopt. Indien de vreemdeling in aanmerking komt voor een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd, dan geldt de dag na het verstrijken van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd als ingangsdatum van de verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd, enkel voor zover:
de vreemdeling de aanvraag heeft ingediend voor het verstrijken van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd;
het de vreemdeling niet toe te rekenen is dat hij de aanvraag heeft ingediend tot uiterlijk zes maanden na het verstrijken van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning voor bepaalde tijd.
De verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd krijgt als ingangsdatum de datum dat de IND de aanvraag heeft ontvangen, uitsluitend als:
de vreemdeling de aanvraag heeft ingediend na het verstrijken van de geldigheidsduur van zijn verblijfsvergunning voor bepaalde tijd;
deze vertraging aan de vreemdeling toe te rekenen is.
De IND beoordeelt of de vertraging bij het indienen van de aanvraag tot een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd aan de vreemdeling is toe te rekenen.
Als de vreemdeling meer dan zes maanden na het verstrijken van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd meent voor verblijf in aanmerking te komen, moet hij een aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd indienen.
De IND past de artikelen 3.113 Vb en 3.114 Vb niet toe op de behandeling van een aanvraag tot een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd.
Paragraaf C2/7 Vc is van toepassing op de behandeling van een aanvraag tot een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd.
De IND verleent een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd op grond van een aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd aan de vreemdeling als aan alle volgende voorwaarden is voldaan:
de beslissing op de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd is meer dan vijf jaar na het indienen van de aanvraag genomen;
de vreemdeling voldoet aan de voorwaarden voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd;
de vreemdeling voldoet aan de voorwaarden voor een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde
tijd. De IND toetst hierbij of de vreemdeling aan de voorwaarden van artikel 3.107a Vb voldoet indien de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd is ingediend op of na 1 januari 2005. Als de aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd is ingediend voor 1 januari 2005, dan geldt het inburgeringsvereiste niet en toetst de IND niet aan de voorwaarden van artikel 3.107a Vb.
De IND verleent een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, als de vreemdeling niet aan de voorwaarden van artikel 3.107a Vb voldoet. De IND verlengt gelijktijdig de geldigheidsduur van die verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd met vijf jaar. De IND stelt de vreemdeling in het bezit van een verblijfsdocument dat wordt uitgereikt door een medewerker van het IND loket dat zich het dichtst bij de woon-of verblijfplaats van de vreemdeling bevindt.
Als de IND de vreemdeling direct een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd verleent, zonder dat de vreemdeling in het bezit is geweest van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, dan is artikel 29, eerste lid, aanhef en onder e en f, Vw van toepassing.
|
Vc 2000
C17 | De aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd |
C21/2.1 | Algemeen |
C21/2.2 | Gezinshereniging |
| |
| |
|
topVc 2000 Deel C - 17. De aanvraag om een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde
tijd
|
topVc 2000 Deel C - 21 / 2.1. Algemeen
De
verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd wordt op grond van
artikel 44, derde lid, Vw verleend met ingang van de dag waarop de
vreemdeling aantoont dat hij aan alle voorwaarden voldoet, maar niet
eerder dan de dag waarop de geldigheid van de verblijfsvergunning voor
bepaalde tijd afloopt. In het algemeen betekent dit dat de vergunning
ingaat op de dag nadat de vreemdeling de termijn van vijf
achtereenvolgende jaren verblijf op grond van de verblijfsvergunning
asiel voor bepaalde tijd heeft voltooid.
In het geval
de totale asielprocedure meer dan vijf jaar in beslag heeft genomen en
alsnog wordt besloten tot inwilliging van de aanvraag, wordt een
verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd verleend die indien de
vreemdeling ook aan de voorwaarden daarvoor voldoet, wordt omgezet in
een verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd. Indien het tijdstip
waarop de vreemdeling achteraf gezien vijf jaar houder was van een
verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd op of na 1 januari
2010 is gelegen en de vreemdeling het inburgeringsexamen, bedoeld in
artikel 13 van de Wet inburgering, niet heeft behaald, wordt de
verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd conform artikel 3.107a
Vb niet verleend vanwege het niet voldoen aan het inburgeringsvereiste.
Er wordt dan volstaan met het verlengen van de geldigheidsduur van de
verblijfsvergunning asiel voor bepaalde
tijd.
De vreemdeling wordt in het bezit
gesteld van een verblijfsdocument, dat wordt uitgereikt door een
medewerker van het IND loket dat zich het dichtst bij de woon- of
verblijfplaats van de vreemdeling
bevindt.
De verblijfsvergunning asiel voor
onbepaalde duur behoeft niet te worden verlengd. Wel dient het document
tijdig te worden
vervangen.
|
topVc 2000 Deel C - 21 / 2.2. Gezinshereniging
Voor gezinshereniging bij een houder van een
verblijfsvergunning asiel voor onbepaalde tijd is het algemene
gezinsherenigingsbeleid van toepassing (zie B2).
Indien eerst na vijf jaar wordt besloten tot inwilliging van de
asielaanvraag en derhalve aan de vreemdeling direct een verblijfsvergunning
asiel voor onbepaalde tijd wordt verleend, geldt dat indien de gezinsleden van
de vreemdeling hem binnen drie maanden nareizen en ook overigens aan de
voorwaarden voldoen, artikel 29, eerste lid,
onder e en f, Vw op hun van toepassing is (zie
C2/6).
|
top |
top |
|